Op 21 augustus 2024 is een arrest van het Gerechtshof Amsterdam gepubliceerd in een geschil over de omvang van een vergoeding voor aan een jacht verrichte werkzaamheden (ECLI:NL:GHAMS:2024:1835).
Gepresenteerde feiten
Een jachteigenaar heeft een opdrachtnemer verzocht werkzaamheden te verrichten aan het jacht. De eigenaar heeft voor die werkzaamheden enkele betalingen verricht. De eigenaar heeft nadien toegezegd bij een verkoop van het jacht een nabetaling te verrichten van € 50.000 en een commissie van 2% te betalen. Over de hoogte van die nabetaling en commissie is nadien gecorrespondeerd, maar partijen hebben geen afspraken kunnen maken. Uiteindelijk heeft de eigenaar het jacht voor € 150.000 verkocht.
De opdrachtnemer vordert nabetaling van ruim € 166.000 voor verrichte werkzaamheden en € 3.000 commissie als gevolg van de verkoop van het jacht. De eigenaar vordert ontbinding of vernietiging van de gemaakte afspraken en een schadevergoeding wegens ondeugdelijke werkzaamheden aan het jacht.
De rechtbank wijst de vordering van de opdrachtnemer tot nabetaling toe tot het door de eigenaar eerder erkende bedrag van € 50.000 plus een commissie van € 3.000. De vordering van de eigenaar tot schadevergoeding wordt afgewezen omdat onvoldoende is onderbouwd dat de opdrachtnemer is tekortgeschoten in de nakoming van de afspraken.
Overwegingen gerechtshof
Het gerechtshof overweegt dat de opdrachtnemer onvoldoende heeft toegelicht waarom de eigenaar zou hebben ingestemd met betaling van een hoger bedrag dan € 50.000. Uit de correspondentie tussen partijen kunnen geen andersluidende afspraken worden opgemaakt.
Het gerechtshof overweegt ook dat de eigenaar – omdat hij diverse malen zijn tevredenheid uitte over het door de opdrachtnemer verrichte werk en mede in het licht van de bevindingen van de door de opdrachtnemer ingeschakelde deskundige – onvoldoende heeft gesteld dat de opdrachtnemer is tekortgeschoten in zijn verplichting de boot te renoveren zodanig dat de ontbinding van de gemaakte afspraken gerechtvaardigd zou zijn. Dat de deskundige van de opdrachtnemer het jacht veel hoger taxeerde dan het bedrag waarvoor het jacht enige tijd daarna is verkocht maakt nog niet dat de inhoud van de rapport van de deskundige ondeugdelijk is, aangezien het bieden van een bedrag niet alleen wordt bepaald door de waarde van het jacht maar ook door andere factoren. Ook de omstandigheid dat de opdrachtnemer essentiële zaken heeft verwijderd uit het jacht, leidt niet tot een ander oordeel. Genoegzaam is gebleken dat de opdrachtnemer met het verwijderen van die zaken – naar eigen zeggen bij wijze van retentie – wilde voorkomen dat met het jacht gevaren zou worden, en dat de verwijderde zaken relatief eenvoudig teruggeplaatst kunnen worden, aldus het gerechtshof.
Het gerechtshof wijst de vordering van de opdrachtnemer dan ook deels toe en wijst de vordering van de eigenaar af, in navolging van de rechtbank.
Lessons learned
Deze zaak toont aan dat het belangrijk is op voorhand duidelijke betaalafspraken te maken en eventuele wijzigingen nadien schriftelijk vast te leggen. Daarbij is het raadzaam om, als bijvoorbeeld op kostenbasis wordt afgerekend, te bedingen dat facturen voor gemaakte kosten worden overgelegd. Ook bij vergoedingen gekoppeld aan de verkoop van een jacht is het van belang de voorwaarden voor de betaling van de vergoeding vast te leggen. Zo kan het gebeuren dat een contract voor de verkoop nadien wordt vernietigd of ontbonden. Dat wil echter niet zeggen dat daarmee de vergoeding niet meer opeisbaar is.
Wij hebben veel ervaring met het opstellen van aannemingscontracten en commissieovereenkomsten en het procederen over dergelijke contracten namens werven en kopers. Heeft u vragen over de inhoud van dergelijke contracten of heeft u behoefte aan een analyse van uw geschil, neem dan gerust contact met ons op.