15 oktober 2025

Rechtspraak – Verkoper moet schade vergoeden vanwege gebreken aan een jacht

Op 30 juni 2025 is een vonnis van de Rechtbank Midden-Nederland gepubliceerd in een geschil over na de levering van een jacht geconstateerde gebreken (ECLI:NL:RBMNE:2025:2865).

Gepresenteerde feiten

In 2021 heeft een koper een sloep van een werf gekocht. Bij het contract tussen de koper en de werf is een mailwisseling met detailafspraken gevoegd, waarop de koper handgeschreven opmerkingen heeft gemaakt over onder meer een CE-certificering type B van de sloep. De werf heeft tegen die opmerkingen niet geprotesteerd.

Na oplevering bericht de koper de werf over problemen met het roer, de accu’s, de bilgepomp en de motor. Na enige correspondentie met de werf geeft de koper zelf opdracht tot het verrichten van herstelwerk. Het herstelbedrijf stelt een schadeverslag op over de gebreken aan de sloep. De koper stuurt het schadeverslag naar de werf.

Wat betreft het niet voldoen aan de CE-certificering type B vordert de koper een koopprijsvermindering van ruim € 27.000 omdat de werf een opvolgend model van de sloep voor een dienovereenkomstig lager bedrag te koop zou aanbieden. De koper vordert ook een vergoeding voor de gemaakte herstelkosten van ruim € 18.000 vanwege de andere gebreken aan de sloep, een vergoeding voor gederfd gebruiksgenot van ruim € 21.000 en de verstrekking van de CE-markering, eigenaarshandleiding en CE-conformiteitsverklaring van de sloep op straffe van een dwangsom. De werf stelt dat het opvolgend model een cascosloep is zonder motor en opties en dat de prijs daarom veel lager lig, en voert ook overigens verweer.

Overwegingen rechtbank

De rechtbank overweegt dat de koper, vanwege de detailafspraken en het nalaten van de werf om tegen de handgeschreven opmerkingen van de koper te protesteren, er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de sloep zou beschikken over een CE-certificering type B en daarmee geschikt zou zijn voor varen op zee. Niet in geschil is dat de sloep niet over die certificering beschikt en ook niet geschikt is voor varen op zee.

De rechtbank wijst een koopprijsvermindering wegens dwaling af omdat de werf niet hoefde te begrijpen dat een CE-certificering type B voor de koper van beslissende betekenis was. De koper heeft weliswaar gevraagd welk type certificering de sloep had, maar heeft de sloep voor aanzienlijke kosten laten herstellen nadat zij wist dat de sloep niet geschikt was voor varen op zee. Er is volgens de rechtbank wel sprake van een tekortkoming in de nakoming van het contract. Omdat de sloep niet geschikt is voor varen op zee, is nakoming ter zake blijvend onmogelijk en daardoor is de koper wel gerechtigd het contract gedeeltelijk te ontbinden. De rechtbank overweegt dat de koopprijsvermindering naar evenredigheid moet worden begroot aan de hand van de mate waarin de koper gelet op zijn voorgenomen gebruik van de sloep wordt beperkt, niet op basis van een opvolgend model van de sloep. Omdat de mate waarin de koper in zijn voorgenomen gebruik van de sloep wordt beperkt door het gebrek aan CE-certificering type B zeer gering is, begroot de rechtbank de koopprijsvermindering op slechts € 1.000.

Wat betreft de gevorderde herstelkosten overweegt de rechtbank dat voldoende vast is komen te staan dat de overige gebreken aan de sloep op het moment van levering reeds aanwezig waren, ofwel vanwege de korte periode tussen levering en het ontstaan van de gebreken ofwel omdat het schadeverslag concludeert dat de gebreken niet werden veroorzaakt door het gebruik van de sloep maar installatiefouten betreffen en deze gedetailleerde conclusies door de werf onvoldoende zijn weersproken. De rechtbank overweegt daarbij dat de koper deze gebreken niet hoefde te verwachten bij een tweedehands sloep waarmee niet meer dan 140 uren is gevaren. Bovendien is de werf zonder ingebrekestelling in verzuim komen te verkeren door haar afwachtende houding ondanks dat de koper de werf gelegenheid heeft geboden de gebreken te verhelpen. De gevorderde herstelkosten worden toegewezen voor zover deze zijn gemaakt nadat de werf in verzuim is komen te verkeren en tot een bedrag van ruim € 12.000.

De vordering tot vergoeding van gederfde gebruiksgenot wordt afgewezen omdat de koper geen vervangend vaartuig heeft gehuurd voor de periode dat hij geen gebruik heeft kunnen maken van de sloep en omdat de hoge lat voor toekenning van immateriële schadevergoeding niet wordt gehaald. De rechtbank veroordeelt de werf wel tot verstrekking van de CE-markering, eigenaarshandleiding en CE-conformiteitsverklaring van de sloep op straffe van een gemaximeerde dwangsom.

Lessons learned

Deze zaak toont aan dat afspraken ook rechtens vast kunnen komen te staan als de ene partij eenzijdig opmerkingen maakt en de andere partij daar niet tegen protesteert. Dergelijke opmerkingen kwalificeren doorgaans niet als een aanvaarding van een aanbod, maar als een tegenaanbod. Dat tegenaanbod kan onder omstandigheden echter geacht worden stilzwijgend door de ander te zijn aanvaard. In dit geval leiden die opmerkingen tot aansprakelijkheid van de werf ten aanzien van de niet aanwezige CE-certificering type B van de sloep, zij het dat de rechtbank de vergoedingsplicht van de werf op dit vlak ernstig heeft beperkt.

Wij hebben veel ervaring met het opstellen van contracten voor de verkoop van jachten, en het procederen over dergelijke contracten namens kopers en verkopers. Heeft u vragen over de inhoud van dergelijke contracten, neem dan gerust contact met ons op.

Geschreven door Glenn Hoek

Recente artikelen

Meer artikelen